Tio’s Ingrid en Fanny over de interne opleiding | Dubbelinterview
Ingrid en Fanny bewandelden vergelijkbaar carrièrepad: ze werkten in de retail, lieten zich omscholen tot doktersassistent én maakten daarna al snel de overstap naar tio (triagist in opleiding). Inmiddels werken de dames als gediplomeerd triagist bij Huisartsenspoedposten (HAP) Oost-Brabant. “Een mooie baan”, vertellen ze. De triagisten geven een inkijkje in de interne opleiding en hun betekenisvolle baan.
Bewust op zoek naar een triagevacature
Ingrid: “Tijdens het omscholingstraject tot doktersassistent liep ik stage in de dagpraktijk. Daar merkte ik al snel dat triage mij het beste lag. Aan de telefoon kun je namelijk al veel horen, zoals de stemming en de verwachting. In mijn vorige loopbaan deed ik ervaring op in het voeren van gesprekken. Ik volgde een training in communicatie en vond het erg interessant. Als triagist heb ik hier veel aan, en zit de uitdaging ook in het communiceren.”
“De link naar de triage lag voor mij dan ook voor de hand. Daarom ging ik bewust op zoek naar een vacature als triagist. Al snel kwam ik terecht bij Huisartsenspoedposten Oost-Brabant. Hoe verliep dat bij jou, Fanny?”
Starten met de opleiding
Fanny: “Een kennis wees me op de vacature. ‘Is dat niet iets voor jou?’, vroeg ze. Ik was meteen enthousiast en solliciteerde. Toen had ik mijn opleiding tot doktersassistente nog niet eens afgerond. Dat deed ik wel in dezelfde maand; toen begon ik óók al met het werk en de opleiding als tio. Ik zat nog in de ‘studeermodus’ en kon meteen door met het opnemen van de nieuwe kennis over het werk als triagist.”
Hoe heb jij de opleiding ervaren?
“Ik rondde de opleiding in twaalf maanden af en dat vond ik wel intensief. Voor mij lag het zwaartepunt vooral in de eerste zes weken. Die waren het drukst: ik draaide twee werkdiensten en had in één week twee of drie lesdagen. Dat vergde veel inspanning, maar omdat ik het zo interessant vond, gaf het me juist energie.”
- De opleiding is een goede basis om jezelf te ontwikkelen tot ervaren triagist. De opbouw van de lesstof is erg logisch. Achteraf gezien had ik me veel eerder moeten omscholen. Ik vind het een supermooie job.” – Ingrid
“Dat herken ik; het was druk maar ook leuk. Dankzij de opleiding tot doktersassistent had ik al medische kennis. Alle informatie werd duidelijk en hapklaar voorgeschoteld. We behandelden onderwerp voor onderwerp, wat veel overzicht gaf. Dat vond ik een fijne structuur. Ondanks mijn vooropleiding als doktersassistentwaren de lessen wel erg waardevol, want triage op een spoedpost is anders dan in een dagpraktijk. Ik deed nieuwe kennis op, onder andere over urgentie bepalen en mijn advies overbrengen.”
Iedere dag bijleren
“Eens. We kunnen bij de HAP simpelweg niet iedereen helpen; we zijn immers een spoedpost. Sommige hulpvragen kunnen prima wachten tot de eerstvolgende werkdag van de eigen huisarts. Maar patiënten bellen vaak met een verwachting. Dan is het goed om ze aan te horen en empathie te tonen. Je voldoet dan niet aan hun verwachting, maar helpt ze wel zo goed mogelijk op weg. Dat kan in sommige gevallen bijvoorbeeld ook met een zelfzorgadvies. Daarover leer ik elke dag nog bij. En twijfel ik over een situatie, dan overleg ik nog met collega’s.”
Samenwerken met collega’s
“De samenwerking met collega’s vind ik zelf erg prettig. Het is een verantwoordelijke en zelfstandige baan in teamverband. Dat voelt voor mij heel vrij. Mijn baan omschrijf ik vaak als ‘mooi’. Het is namelijk niet altijd ‘leuk’; er zitten ook vervelende en heftige telefoontjes tussen. Ik vind het betekenisvol. We zijn er om mensen te helpen.”
“De telefoontjes zijn erg gevarieerd. Wij moeten dan ook snel kunnen schakelen. Zo kan het voorkomen dat de eerste beller pijn en druk op de borst heeft, en de volgende beller last heeft van een insectensteek. Daarna spreek je bijvoorbeeld een bezorgde ouder over een baby’tje van vier weken oud, en direct daarna iemand die meteen doorverwezen moet worden naar de ggz. Je bent continu scherp; je staat aan.”
Rust bewaren én overbrengen
“Zeker. Zo zie ik dat ook. Verder is het typerend voor dit beroep om rustig te blijven in stressvolle situaties en jouw rust over te brengen op de beller. Ook moet je goed kunnen omgaan met feedback. Iedere drie maanden zijn er audits en worden we beoordeeld. Neem dat niet te persoonlijk op, maar zie het als een manier om nog beter te worden in je werk – en daarmee de patiënten nog beter te kunnen helpen.”
- “Grote of kleine zorgvragen: wij zijn er om mensen te helpen. Dat maakt het werk zo mooi.” – Fanny
“En verder zeg ik altijd: ga met collega’s om zoals je met patiënten omgaat. Daarmee bedoel ik: we moeten op elkaar kunnen rekenen. Door flexibel te zijn en elkaar te helpen, maken we het werk nog aangenamer. Als het nodig is, nemen we diensten van elkaar over. Je blijft tenslotte altijd bijleren – triagisten vinden het fijn om hun kennis op peil te houden. We volgen regelmatig trainingen.”
Voordelen van een baan als triagist
“Voor mij is het werk goed te combineren met mijn gezin. Ik werk veel avonden en nachten en ben daardoor overdag thuis.”
“Daar herken ik me volledig in. Ik werk soms drie diensten achter elkaar en ben dan daarna vier of vijf dagen vrij. Dat voelt als een minivakantie tussendoor. Het werk als triagist biedt mij zowel vrijheid op het werk als thuis.”